Mei op de boerderij: groei, gras en vooruitzichten

De maand mei brengt nieuw leven op het land, en ook op de boerderij draait alles op volle toeren. Terwijl het gras groeit en de zon eindelijk aan kracht wint, bouwen onze vleesvee-, varkens- en kippenboeren elke dag verder aan een sterk seizoen. Een maand van verzorgen, beheren en vooruitdenken.

Gewassen komen op, onkruid ook

In mei zie je resultaat van het harde werk in april. Het ingezaaide gras en de maïs schieten de lucht in – als het weer genoeg meezat tenminste. Maar het is ook de maand waarin onkruid zich niet laat negeren. Boeren zijn druk bezig met wieden, bijbemesten en het controleren van percelen. Alles om de gewassen een sterke start te geven, want wat nu groeit, is de basis voor de winter.

Eerste snede gras: maaien, drogen, inkuilen

Een van de belangrijkste momenten in mei is het maaien van de grasakkers. De eerste snede bevat de meeste voedingsstoffen en vormt een waardevolle basis voor het winterrantsoen. Boeren kiezen zorgvuldig hun moment – liefst een droge periode van enkele dagen – om te maaien, het gras te laten drogen en vervolgens te schudden en harken.

Daarna wordt het gras ingekuild of geperst in balen: luchtdicht bewaard zodat het zijn kwaliteit behoudt. Zo krijgen de koeien in de winter geen droog, smakeloos voer, maar lekker geurig gras van eigen bodem. 

Weidebeheer en oormerken

De koeien genieten ondertussen met volle teugen van hun weideleven. Maar voor de boer stopt het werk daar niet: weides worden verdeeld, dieren worden verplaatst om overbegrazing te voorkomen, en jonge kalfjes krijgen hun oormerken en registratie. Het vraagt veel opvolging, maar het wordt met alle liefde gedaan.

Vaste routine, scherp oog

In de stallen loopt het dagelijkse werk gewoon verder. Hygiëne, gezondheid, voeding en planning blijven cruciaal. Nu de lente écht vertrokken is, wordt er ook extra gelet op groeiritme en voederkwaliteit. Het is geen spectaculaire maand, maar wel eentje waarin de basis wordt gelegd voor een gezonde zomer.

Biggen spenen en groepen verplaatsen

Bij de varkensboeren is mei vaak de maand van het spenen – jonge biggen verlaten de kraamstal en verhuizen naar de biggenstal. Dat vraagt om zorgvuldige planning: groepsindeling, goede ventilatie, aangepaste voeding en strikte observatie om stress en ziektes te vermijden. Tegelijk wordt de mestopslag goed opgevolgd, want de druk op de stallen neemt opnieuw toe.

Vrije-uitloopkippen in topvorm

Onze kippen met vrije uitloop beleven gouden tijden in mei. De temperatuur zit goed, het gras staat hoog, en de zon maakt hen extra actief. Maar die vrijheid vraagt ook zorg: schaduwplekken, vers water, veilige omheining. De legproductie zit vaak in een piek, dus alles moet kloppen – van voeding tot rustmomenten.

Samen plannen voor de zomer

Tot slot is mei ook de maand waarin boeren vooruit beginnen kijken. Hoe staan de gewassen erbij? Wanneer maaien we de tweede snede? Zijn alle machines klaar voor de drukke zomermaanden? Veel gebeurt met pen en papier, maar net zo vaak met een gesprek aan de rand van een veld. Boeren onder elkaar, met een plan en een doel.

Kortom: mei is de maand van groei én verantwoordelijkheid. Terwijl het gras opkomt en de dieren buiten lopen, blijven onze boeren scherp. Met zorg, kennis en liefde voor hun stiel zorgen ze ervoor dat we ook morgen kunnen rekenen op kwaliteitsvol, lokaal voedsel – recht van bij ons.