September op de boerderij: oogsten en vooruit plannen
De nazomer schuift stilaan op naar herfst. Voor onze vleesveeboeren is september een schakelmoment: de voorraad veiligstellen, de weides slim blijven benutten en de kudde klaarmaken voor de winterperiode. Minder zaaien, meer keuzes die maanden doorwerken.
Maïs: oogstmoment en perfecte kuil
September is vaak maïsoogstmaand. Boeren volgen de droge stof en kolfvulling nauwgezet op om het juiste hakselmoment te pakken. Daarna telt de kuiltechniek: proper werken, gelijkmatig aanrijden, strak afdekken en de randen goed aandrukken. Zo wordt broei beperkt en blijft de kwaliteit hoog. Tegelijk wordt er geteld: hoeveel tonnen liggen er, en past het bij de winterplanning?
Laat gras: derde/late snede of nog begrazen
Afhankelijk van weer en groei komt er nog een late snede gras binnen. Op percelen waar begrazing rendabeler is, blijft de kudde buiten. Rotatie blijft belangrijk: niet te diep laten afgrazen, voldoende rust geven, en de weides tijdig sluiten zodat er in oktober nog een hap staat zonder de zode kapot te lopen.
Weidebeheer richting nat seizoen
De dagen worden korter en dauw blijft langer hangen. Dat betekent trapperij vermijden en poorten, doorsteken en drinkplaatsen sparen. Kale plekken worden in kaart gebracht voor doorzaai later dit najaar. Waar nodig gaat een tijdelijke draad verplaatsen meer rust opleveren dan een extra dag grazen.
Kalfjes, spenen en groeiritme
Voorjaarskalveren komen richting speenleeftijd. Boeren sturen op een rustig speenmoment: goed ruwvoer, water vlot bereikbaar en stress beperken. Groeicurves worden nagekeken; waar nodig gaat er een tandje bij in structuur of mineralen. Jongvee dat achterop hinkt, krijgt extra opvolging.
Drachtcontroles en conditiescore
September leent zich voor drachtcontrole bij de koeien en conditiescore richting winter. Te schrale dieren krijgen prioriteit aan beter gras of een rijkere kuil; te vette koeien worden wat “afgetopt” met soberder weide of stro-rijke rantsoenen. Nu bijsturen voorkomt problemen bij winterkalvingen.
Parasietendruk en najaarsziekten
Natte stukken en slikkende randen vergroten de kans op maagdarm-parasieten en leverbot. Boeren blijven mest, vacht en gedrag monitoren en kiezen—in overleg met hun dierenarts—voor gerichte maatregelen. Ook vaccinaties en boosterprikken vóór opstallen worden ingepland waar dat past in het bedrijfsprotocol. Doel: de kudde robuust de stalperiode in.
Water en mineralen
Hoewel de hitte voorbij is, blijft waterkwaliteit cruciaal. Leidingen en bakken worden nagezien op debiet en vervuiling. Mineralenbeheer (zout, spoorelementen) wordt afgestemd op het nieuwe rantsoen met maïskuil en late grasproducten.
Stallen klaarzetten: van schoon naar comfortabel
September is ideaal om stallen grondig te reinigen en te ontsmetten, ventilatie en verlichting te checken, drinknippels te testen en stro (van de zomer) binnen handbereik te stapelen. Goede lucht, droge ligbedden en vlotte watertoevoer maken in de winter het verschil.
Mest, erf en omheining
Waar het nog kan en mag, wordt mest uitgereden volgens de regels. Greppels en afvoeren worden vrijgemaakt voor de natte maanden. Omheiningen krijgen een ronde: draden spannen, palen vervangen, batterij of schrikdraadapparaat checken. Een stevig hek spaart werk als de grond straks zacht wordt.
Voervoorraad en rantsoenplanning
Met maïs en (late) grasoogst op peil wordt de voervoorraad opgeteld: hoeveel weken kom je rond met de beoogde voersnelheid? Wordt er nog hooi, pulp of stro bijgehaald? Samen met de voederadviseur wordt het winterrantsoen geschetst en de voersnede in de kuil logisch gepland.
Logistiek en loonwerk: afspraken vastleggen
September is ook agenda-maand: afspraken met loonwerker voor resterende werken, leveringen van stro/mineralen, onderhoud aan voerwagen of tractor, en – waar relevant – vee-transporten of marktplanning voor het najaar.
