Krieltjes voorbereiden. Spoel de krieltjes schoon en kook ze beetgaar in lichtgezouten water. Giet af en laat ze goed uitdampen. Schud ze daarna even op zodat de randjes wat ruwer worden – dat zorgt straks voor extra krokantheid.
Kip vullen en bakken. Snijd de kipfilets in de lengte bijna doormidden, zodat je ze kan openvouwen. Kruid ze royaal met kippenkruiden.
Plooi een plakje ham dubbel en leg samen met een schijfje ananas tussen de kip. Vouw weer toe.
Bak de kip goudbruin en gaar in een mix van boter en olijfolie.
Krieltjes bakken. Bak de gekookte krieltjes goudgeel en krokant in een pan met boter en olijfolie, op een zacht vuur.
kropsla klaarmaken. Spoel de kropsla en verwijder de buitenste bladeren. Snipper de sjalot fijn en meng onder de sla, samen met fijngesneden bieslook. Voeg olijfolie, azijn, peper en zout toe naar smaak. Snijd het laatste schijfje ananas in stukjes en werk er de sla mee af.
Serveren. Serveer de kip Hawaï met de frisse kropsla en krokante patatjes.
