Boer Jo en Sofie
Omschrijving
Jo is de zoon van Antoine. Antoine was melkveehouder. Door de stijging van de gemiddelde melkproductie werd binnen het quotum de veestapel kleiner. Ze hadden land ‘over’ en konden hierdoor meer ruwvoedergewassen produceren.
Ze zochten naar een vleesveeras dat veel ruwvoeder kan verzetten. En Maine Anjou bleek een ras dat hierop kan teren. "Je kan er zware dieren, dus met veel vlees, mee produceren. Dankzij veel eigen voeders lukt dit bovendien aan een lage kostprijs”, omschrijft Jo. “We kopen immers amper krachtvoeders, enkel wat startkorrels voor de jonge dieren.”
De Maine Anjou-runderen hebben een extreem lange rug. “Hier zit het beste vlees… de côte à l’os, de entrecôte, de zesrib, de filet pur, die stukken komen niet uit de bil.” Wanneer Jo de kwaliteit beschrijft, komt het water al in de mond. “Het is erg jammer dat de karkasclassificaties in onze Belgische slachthuizen niet op maat gemaakt zijn van deze Franse, lange dieren. Het slachtrendement ligt bij dit ras wat lager, omdat de bespiering minder groot is dan bij onze traditionele rassen. Door hun typische lichaamsvorm en het zwaarder beengestel is er bij Maine Anjou dus meer ‘afval’. De dieren op ons bedrijf beschikken nochtans over het zogenaamde culard - gen. Dit genetisch kenmerk, een dikke bil, laten we bepalen in het bloed. We hebben het nodig om op de Belgische markt een goede prijs te krijgen.”
Jo vindt Maine Anjou ook een sterk en gemakkelijk ras. “Ze kunnen goed in groep leven tijdens de weideperiode, en dat is hier toch wel zo’n 180 à 200 dagen per jaar. Dankzij hun sterke poten hebben ze zelden een ongeluk. Die eigenschappen zijn hier ook nodig, want op die manier kunnen ze op zichzelf lang op het gras blijven."
Maine Anjou
Oorsprong
De Maine-Anjou is van oorsprong een Frans ras. Voornamelijk worden ze gefokt in de regio Pays de la Loire in het noordwersten van Frankrijk. In de 19e eeuw in de provincie Maine werken lokale Mancelle-Melkvee gekruist met Durham-vee uit Groot-Brittannië en heette Durham-Mancelle.
Sinds 2004 staat dit ras bekend als de 'Rouge des Prés, maar op andere plaatsen wordt de naam Maine-Anjou nog steeds gebruikt
Vroeger was het een dier voor 2 doeleinden, zowel voor vlees als voor melk, maar nu is het voornamelijk een vleesras.
Maar de koeien van Couvert grazen in de mooie Leiestreek
Kenmerken
De Maine-Anjou heeft een herkenbaar uiterlijk. Ze hebben een rood bonte vacht met 4 witte poten, op het voorhoofd hebben ze een witte ster... of is het een hartje? Het topje van hun staart is wit. Het zijn ook dieren met een extreem lange rug. De côte à l’os, de entrecôte, de zesrib, de filet pur zijn dan ook de beste stukken van dit dier.
Het dier heeft een zeer kalm en lief en rustig karakter.
Het is een zeer sterk ras dat ruwvoeder kan omzetten. Ze staan dan ook meestal in de wei en eten gras.
Smaak
Onze Maine-Anjou levert mooi donkerrood, gemarmerd vlees. Die marmering van het vet zorgt voor de lekkere smaak. Het is wat steviger maar zeer smaakvol. Het vet zorgt ook niet alleen voor de smaak maar ook voor lekker mals vlees.
Allergenen
geen
Kan sporen bevatten van gluten, eieren, soja, melk en mosterd ( burgers en gehakt indien gekruid )